Het lastigste is het verdriet van kinderen

Pleegouders Anne en Jelmer wonen in een gezellig huis in een rustige straat in Driehuis. Anne vertelt over de keuze voor pleegzorg en over haar gezin. Ze praat ook over het verdriet dat pleegkinderen kunnen hebben over het gebrek aan contact met hun natuurlijke ouders en over wat zij en haar man het allerbelangrijkste vinden voor een kind.

Gezamenlijke beslissing

“Toen we pas samen waren, hebben mijn man en ik het wel eens over pleegzorg gehad en hoewel we vier zoons van onszelf kregen, is het idee van een pleegkind eigenlijk nooit op de achtergrond geraakt. We kregen weliswaar steeds minder ruimte in ons huis, maar we hadden nog steeds wel meer dan genoeg ruimte in ons hart. Pleegzorg is altijd een gezamenlijke beslissing geweest. Op een gegeven moment, toen onze jongste zoon een jaar of zeven was, hebben we een informatieavond van pleegzorg bij Kenter bezocht. We wisten het direct. Een pleegkind is iets voor ons! Omdat we al jongens hadden, wilden we aanvankelijk eerst ook een jongetje als pleegkind. We hadden tenslotte de kleertjes, het speelgoed en de ervaring met jongetjes. Gaandeweg werd het idee dat ons pleegkind een jongetje moest zijn minder belangrijk en toen kwam Simone.’’

Contact met natuurlijke ouders zit diep geworteld

“Simone was net een jaar toen ze bij ons kwam. Ze had geen contact meer met haar eigen ouders, dus het werd al snel duidelijk dat ze lang bij ons zou blijven. Dat was anders met ons tweede pleegkind. Hij had nog wel contact met zijn natuurlijke ouders. Toen echter bleek dat onze pleegzoon vanwege de slechte omstandigheden niet meer naar huis zou gaan, hebben zijn ouders hun handen van hem afgetrokken. Hij heeft daar veel verdriet van gehad. Contact met natuurlijke ouders zit diep geworteld. Dat vinden wij ook de lastige kant van pleegzorg. Het verdriet dat je bij je kinderen ziet als zulke dingen gebeuren. We praten daar zo veel over als onze kinderen nodig hebben. We proberen de vragen die ze hebben over hun afkomst zo goed mogelijk te beantwoorden en we ontkennen nooit dat er andere, eigen ouders zijn. Maar een kind hoeft zijn ouders niet te kennen om ze te missen. Dan kun je als pleegouder alles proberen te geven, maar het is nooit helemaal compleet… We proberen als ouders mee te gaan in het verdriet en te helpen bij de verwerking ervan. Gelukkig merken we dat een kind met een goede uitleg altijd wel weer verder kan.”

Hoe doe je dat?

“Mensen om ons heen vragen regelmatig hoe we dat doen met zoveel kinderen. Ik zeg dan altijd dat ik goed kan plannen en organiseren, zo consequent mogelijk en tamelijk ordelijk ben. Ik maak bijvoorbeeld lijstjes voor iedereen, anders werkt het niet met een groot gezin. En ik laat me niet gek maken. Het is soms vermoeiend, maar nooit zwaar. Het voordeel van ons grote gezin is dat de kinderen vroeg zelfstandig zijn. Ik kan er nou eenmaal geen zes naar school en clubjes brengen. Wat fijn is, is dat onze kinderen elkaar helpen. Ze doen dat op een heel natuurlijke manier, zonder klagen. Dat is vanaf het begin zo geweest.”

Flexibel

“We gaan als gezin flexibel met zaken om. Met samen op één kamer of alleen op een kamer bijvoorbeeld. Er zijn al een paar wisselingen geweest, maar we zorgen er steeds voor dat iedereen zich in de keuzes kan vinden. We zijn één gezin met zes kinderen, ook al lijken er twee niet heel erg op ons. Iedereen voelt hetzelfde. Nu onze jongste zoon zeven is, hebben we ons opgegeven voor crisispleegzorg. We willen graag een kindje tussen de nul en vier jaar, want we vinden het goed als de leeftijd van een pleegkind onder de leeftijd van onze eigen kinderen ligt, zodat de problemen voor iedereen begrijpelijk zijn. Als ik over pleegzorg praat, dan praat ik over liefde en zorg en niet over materiële zaken. Want dat warme nest; dat is voor een kind het allerbelangrijkste.”