“We kregen een meisje van acht maanden. Ze was mishandeld, in een kast opgesloten en er was met haar gegooid. Ze was van binnen en van buiten enorm beschadigd. Ik het begin huilde ze alleen maar en wij bleven dag en nacht met haar rondlopen. Langzamerhand kwam ze tot rust.”
Kenter verzocht om huisbezoek
“In 2008, toen de jongste van onze drie eigen kinderen zeven was, hebben we ons opgegeven voor pleegzorg. Er waren toen net heel veel wervingsacties voor nieuwe pleegouders. Het viel ons daarom tegen hoe lang het duurde voor we ons eerste kindje kregen. Aanvankelijk werden we zelfs afgewezen omdat we geen eigen slaapkamertje voor een crisispleegkind hadden. Dat verbaasde ons wel, want we wonen landelijk en hebben een grote tuin met kippetjes en konijntjes, ideaal voor een pleegkind. Dan is een eigen kamertje voor een kleintje in nood toch bijzaak, zo redeneerden wij. We hebben Kenter zelf verzocht om een huisbezoek. Gelukkig bleek toen dat we zeker voor een pleegkind in aanmerking kwamen. Wel werd besloten dat we kindjes tot twee jaar zouden gaan opvangen, vanwege het slapen op onze slaapkamer.”
Crisispleegzorg
“We hebben voor crisisopvang gekozen omdat dat het beste bij ons past. Het is kortdurend en omdat je niet weet wat de impact is op je eigen gezin, kun je altijd stoppen. Dat was voor ons belangrijk, vanwege onze eigen drie kinderen, die het overigens allemaal geweldig vinden. We hebben nu inmiddels veertien plaatsingen gehad. Dat zijn er ongeveer twee per jaar. We lassen tussen de plaatsingen wel altijd een pauze van een paar maanden in.”
Van binnen en van buiten enorm beschadigd…
“Het afscheid nemen is elke keer weer moeilijk, maar de eerste keer was dat het heftigst. We hadden een meisje van acht maanden. Ze was mishandeld, in een kast opgesloten en er was met haar gegooid. Ze was van binnen en van buiten enorm beschadigd. Ik het begin huilde ze alleen maar en wij bleven dag en nacht met haar rondlopen. Langzamerhand kwam ze tot rust.”
Het breken van een heel klein stukje hart
“Natuurlijk kwam het moment dat ze werd doorgeplaatst naar een heel goed, vast pleeggezin. In de weken die op haar vertrek volgden, kreeg ik last van allerlei vage verschijnselen, vermoeidheid, neerslachtigheid, dat soort dingen. Het bleek rouw om het afscheid te zijn en het heeft zeker tien weken geduurd. Ook bij de opvangkinderen daarna had ik nog wel last als ze weggingen, maar ik kon er beter mee omgaan omdat ik wist wat er kwam. Hoewel het afscheid minder ingrijpend wordt, voelt elk vertrek van een kind alsof er een klein stukje van je hart afbreekt.”
Hoogverraad
“Als je een crisiskind hebt, is dat heel dubbel. Je gaat de hechting aan – dat kan niet anders – maar het is altijd maar voor tijdelijk. Het kindje dat je krijgt, weet dat nog niet. Een kind moet op een bepaald moment dus ook weer opnieuw afscheid nemen. Dat is één van de redenen dat we altijd heel graag kort na de overplaatsing nog een bezoekje aan ‘ons kind’ willen brengen, mits we het nieuwe leven daarmee natuurlijk niet overhoop gooien.”
Veranderen…
“Ik weet niet hoe lang we nog crisiskinderen zullen opvangen. Er zal een moment komen dat we het niet meer willen of kunnen, maar dat zien we vanzelf. De opvang geeft ons veel voldoening. Het is een soort antwoord op alle onmacht en verdriet over alles wat er gebeurt in de wereld. Die wereld kun je niet veranderen, maar dit kleine stukje wel.”