Door HYPE geleerd te leven zoals ik dat wil!

“Ik weet nu wie ik ben en wat ik wil, in plaats van wat een ander van me wil”.

Deze krachtige woorden van Jane zijn het resultaat van een intensief hulptraject bij Kenter Jeugdhulp. Jane heeft deelgenomen aan HYPE, een vroege interventie speciaal ontwikkeld voor jongeren met (kenmerken van) borderline persoonlijkheidsproblematiek. Deze behandeling combineert psychotherapie, systeembegeleiding en psychosociale begeleiding en biedt indien nodig crisisinterventie en farmacotherapie. Een belangrijk onderdeel van de therapie is Cognitief Analytische Therapie (CAT), bestaande uit maximaal 16 sessies.

Bij HYPE wordt er vanaf het begin ingezoomd op wat voor de jongere belangrijk is en welke doelen daarbij passen. De korte behandelduur van 16 weken daagt jongeren uit om na te denken over wat écht belangrijk is en om realistische doelen te formuleren. De behandelaren werken nauw samen met de jongere en het gezin om patronen en omgangsvormen die problemen veroorzaken te herkennen en te doorbreken. Het doel is om jongeren handvatten te geven waarmee zij negatieve patronen kunnen doorbreken en op een constructieve manier met uitdagingen kunnen omgaan. Voor Jane heeft deze benadering gezorgd voor een fundamentele verandering in hoe zij zichzelf en haar toekomst ziet. Haar verhaal is een inspiratiebron voor velen.

Jane heeft geen gemakkelijke jeugd. Op haar 7de belandt ze midden in de vechtscheiding van haar ouders. Door de scheiding, maar ook door het inmiddels nieuwe samengestelde gezin waarin ze terecht komt, ziet ze haar vader, met wie ze een hele goede band heeft, jarenlang veel minder dan ze wil. Jane’s moeder houdt haar bewust van hem weg. De nieuwe relatie van haar moeder eindigt een aantal jaar later, ook met conflicten. Het is een intense tijd voor inmiddels 10 jaar oude Jane, want ondanks de problemen in het nieuwe gezin moet ze door de nieuwe breuk opnieuw haar vertrouwde plekken in dat gezin, in de buurt en op school opgeven.

“Mijn moeder kreeg opnieuw een relatie. Ik kon het gelukkig goed met mijn nieuwe stiefvader vinden en voor hem was ik de dochter die hij zelf nooit had. Maar intussen speelden de problemen tussen mijn moeder en mijn echte vader ook nog steeds. En de band tussen mij en mijn vader verslechterde nog meer vanwege de negatieve verhalen die mijn moeder over hem vertelde en het feit dat ze me van hem weghield. Ze betrok me veel te veel bij hun volwassen problemen.

Toen ik 11 was, realiseerde mijn moeder voor zichzelf een langgekoesterde wens. Ze begon een Indonesische Toko. Ik werd vanaf het allereerste moment ingeschakeld om mee te helpen: opstarten, klusjes doen, schoonmaken. Toen ik een jaar of 13 was, kreeg ik langzamerhand door dat mijn klasgenoten een heel ander leven leidden dan ik. Zij spraken bijvoorbeeld in het weekend gezellig af om leuke dingen te doen, terwijl ik het hele weekend moest meehelpen in de toko.

Ik kwam in opstand tegen mijn moeder maar dat resulteerde erin dat ik hele dagen alleen thuis moest blijven en zelf mijn eten moest regelen. De druk in ons gezin nam verder toe. Er werd tegen me geschreeuwd en ik werd uitgescholden. Uiteindelijk werd ik genegeerd en verwaarloosd. Soms werd ik thuis weggestuurd en sliep dan bij de buren. Toen ik een vriendje kreeg hoorde de moeder van die jongen mijn verhalen. Zij heeft samen met mij contact gezocht met jeugdzorg. Dat mondde uit in een verhuizing naar een pleeggezin, waar ik nu alweer een paar jaar woon. Ik heb het naar mijn zin, maar klachten die ik al langer had, werden steeds erger. Ik merkte dat ik vastliep. Ik was veel te kritisch op mezelf en wilde het iedereen veel te veel naar de zin maken, waarbij ik steeds over mijn eigen grenzen heen ging. Ik kon overspoeld worden door verdriet of boosheid. Ik was somber, instabiel en volkomen leeg. Ik voelde me snel afgewezen en kon contacten met mensen dan ineens verbreken. Ik had last van angst- en dwangklachten, van flash-backs en van herbelevingen. Daarom heb ik me aangemeld bij Kenter. Na onderzoek en gesprekken kreeg ik de diagnose Post Traumatische Stress Stoornis, een depressieve stoornis en Borderline Persoonlijkheid Stoornis.

Er werd een hulptraject van 16 weken opgestart. Zo’n afgebakende tijd lijkt in het begin vreemd maar in de praktijk blijkt het prettig dat vooraf duidelijk is hoe lang de therapie gaat duren. Het is een soort stok achter de deur om hard door te werken. Het is ook wel logisch: je kunt wel blijven praten over alles wat er mis is gegaan en is gebeurd en over al je klachten maar uiteindelijk moet er wat gebeuren.

In de therapie keken we aan de hand van gebeurtenissen uit het dagelijks leven naar de patronen die ik heb. Duidelijk werd dat mijn overmatig pleasende gedrag ten opzichte van anderen voor mij heel vervelend was, maar tegelijkertijd heel comfortabel voelde. Dat was wat ik thuis had geleerd en dat gedrag was dus eigenlijk zelfbescherming. Het was zwaar en heel confronterend en veel dingen moesten voortaan anders. Maar daarmee begon wel het proces van de verandering.

In de therapie heb ik geleerd wie ik ben en wat ik wil, in plaats van wat een ander van me wil. En ik heb geleerd wat kan doen als ik in bepaalde situaties kom. Die 16 behandelingen waren een soort van fases en permanente eyeopeners, waarin alles steeds meer helder werd. Ik heb het meeste geleerd van de wetenschap dat je het echt zelf moet doen. Je kunt op weg worden geholpen, maar de oplossing ligt bij jezelf. Ik kreeg langzamerhand meer zelfvertrouwen, leerde zelf beslissingen te nemen en voor mezelf op te komen. Ik merkte dat mijn omgeving daardoor anders op me begon te reageren. Dat gaf het gevoel dat ik heel sterk ben, maar ook dat ik controle heb. Ik heb tijdens het hele hulpverleningstraject sowieso steeds het gevoel gehad dat ik de touwtjes in handen had. Er is vanaf het eerste moment gefocust op wat ík belangrijk vond om aan te pakken. Het gaat heel geleidelijk, maar ik vertoon nu steeds minder kenmerken van mijn diagnose. De therapie heeft gemaakt dat ik kan zeggen: ik kan dit leven leven hoe ik dat wil, met mijn normen en waarden en op een manier waarvan ik denk dat ik gelukkig kan worden. En dat klinkt ook voor mijzelf nog steeds echt als een wonder.

Ik zit op school, heb een nieuwe baan, vriendinnen en een lieve vriend. Ik weet dat ik nu stevig in mijn schoenen sta. Ik wil werken met jongeren die op straat leven en niet naar school gaan. Die thuis nare situaties hebben meegemaakt.

Ik maak veel muziek en werk er hard aan om daar verder in te komen en een grotere groep kan bereiken. Uiteindelijk wil ik dan een soort platform creëren voor bijvoorbeeld jonge meiden. Als je veel mensen kunt bereiken kun je daar zo veel moois mee doen. Je hoort gewoon heel gelukkig te zijn en je moet daar alles voor doen, want het leven is kort. Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet. Ik ga er hoe dan ook een succes van maken!”